Modellen zijn goed. Jij bent beter.
“Ik daag je uit om in je volgende gesprek helemaal geen coachtools te gebruiken”. Het is 2011, ik werk nog bij Accenture, en ik bereid mijn certificering voor als coach bij het ICF. Mijn mentor-coach en ik hebben net naar één van mijn coachgesprekken geluisterd en dit is haar feedback. Luister nu eens met je eigen instrumenten. Met je eigen oren, ogen, lijf en alles wat meedoet in het luisteren. Jij bent het instrument. Haar uitdaging ging niet over de coachtools zelf die ik gebruikte, die waren en zijn prima en doen af en toe nog steeds dienst. Waar het wel over ging is dat elk leiderschapsmodel, elke coachtool, een versimpelde weergave is van een complexe werkelijkheid, en dat ik het als houvast niet nodig heb. Mensen, organisaties en situaties zijn complexer dan een model. Kan ik de ander ontvangen zonder de vaste structuur van een model in mijn hoofd te hebben?

Naast mijn persoonlijke ontwikkeling spelen er twee bredere ontwikkelingen.
Modellen zijn nuttig totdat ze dat niet meer zijn.
Op LinkedIn lees ik steeds vaker dat bepaalde leiderschapsmodellen bewezen niet werken. Denk het aan Tuckman teamontwikkelingsmodel, of aan het model van situationeel leiderschap van Blanchard. Dat die modellen niet werken wekt niet de verbazing. Modellen geven immers taal en duiding en helpen voor de dialoog, maar zijn altijd een versimpelde weergave van een complexe werkelijkheid. Wat wel verbaast zijn de reacties erop. Mensen die schrikken, die vragen welk model er dan voor in de plaats komt, hoe ze dan hun leiderschapstraining moeten inrichten.